In de zestiende eeuw noteerde een vlijtige gasthuiszuster uit Geel talrijke geneeskundige recepten, gemaakt op basis van kruiden. Dit unieke handschrift, dat in dit boek gepubliceerd wordt, geeft ons een beeld van de ziekten waarmee men in die tijd geconfronteerd werd, en de middelen die men hiertegen bereidde. Zo kom je meer te weten over kruidenmengsels tegen hoest, een lastige keel of een verkoudheid, maar evengoed tegen speen, puistjes of gezwollen benen, en natuurlijk ook tegen in die tijd levensbedreigende ziekten zoals bijvoorbeeld de pest. Je maakt kennis met tal van kruiden en drankjes, die telkens weer op een andere manier gemengd werden, om toch maar het beoogde effect te bereiken: de zieke genezen. Benieuwd wat men destijds nam tegen slapeloosheid? Wat men moest doen tegen buikkrampen? Hoe men rozenhoning maakte, of een siroop van viooltjes? Of hoe een goed purgeermiddel bereid moest worden? Je leest het allemaal in dit boek. Zelfs de ingrediënten voor een heus levenselixir vind je hier! Na een uitvoerige inleiding, waarin het handschrift wordt besproken en gesitueerd in zijn tijd, wordt in dit werk de originele tekst gepubliceerd, met daarnaast een letterlijke omzetting én een ?vertaling? in ons hedendaags Nederlands. Achteraan volgt een uitgebreide woordenlijst, met daarin onder meer verklaringen van de oude termen die men voor de vele kruiden gebruikte. Geïnteresseerd in kruiden én in geschiedenis? Dan is dit boek ongetwijfeld een aanrader!